Audi TT 8N: de auto die een nieuwe doelgroep aanboorde
Wat is de eerste auto die je te binnen schiet, zodra we ‘roadster’ of ‘coupe’ zeggen? De kans is groot dat je dan aan een BMW Z4 of Mazda MX-5 denkt, toch? De Audi TT heeft in de afgelopen decennia echter ook een behoorlijke reputatie opgebouwd. En dat is toch best wel een beetje vreemd, vooral omdat de TT in eerste instantie toch wel op cruciale punten bekritiseerd werd. Hoe dat precies zit, lees je in dit artikel!
Historie van de Audi TT
Allereerst gaan we even terug in de tijd: van het moment dat de eerste lijnen van de TT met potlood op papier werden gezet, tot het moment dat ie in productie werd genomen. Wie denkt dat de TT een volledig Duits product is, heeft het toch mis: de TT werd namelijk ontworpen in Volkswagen’s Design Center in California in de lente van 1994. En wat voor een soort auto teken je op papier als je eenmaal aan het California Dreamin' bent geslagen? Juist: een roadster/coupe achtige auto! En dat is ook precies hetgeen wat de ontwerpers Freeman Thomas en Peter Schreyer bedachten. Maar welke naam geef je zo’n sportief autootje dan? Hiervoor greep Audi terug naar haar verleden:
Audi TT?
Dat de TT de TT heet, heeft een belangrijk reden. Zoals je waarschijnlijk wel weet, is Audi een samenvoeging van de merken NSU en DKW. Dat eerste merk nam in 1907 voor het eerste keer deel aan de Isle of Men TT, terwijl DKW in 1938 die race zelfs wist te winnen. NSU claimde deze naam in de jaren 60 dan ook voor hun sportievere ‘high performance’ modellen van de NSU 1000 en NSU 1200. De Competition versie die NSU eind jaren 60 onthulde, noemde men de NSU 1000 TTS en leverde zelfs 83pk, in tegenstelling tot de 55pk die de TT leverde. Door hun lage gewicht waren deze auto’s erg geliefd onder autosportliefhebbers en ze werden dan ook gretig gebruikt in verschillende raceklassen. Nadat NSU (en ook DKW) niet veel later fuseerden en overgingen in Audi, bleef de naam TT eigenlijk altijd onaangeroerd.
Nog even een random funfactje tussendoor: wist je namelijk dat NSU van origine helemaal geen motor- of autofabrikant is? In 1873 werd NSU namelijk opgericht als fabrikant van breimachines! Na een overname in 1886 besloot NSU over te gaan op de ontwikkeling van tweewielers en in 1901 werd de eerste motorfiets door NSU onthuld.
Foto: ©Audi
Instant hit
Dat de auto in de smaak viel bij het management van Audi bleek een jaar later wel, want wat stond er opeens als concept auto op de autobeurs in Frankfurt? Juist: de Audi TT! Ondanks het feit dat op de IAA van 1995 ook de hagelnieuwe Renault Megane, Volvo V40 en zelfs de BMW 5-serie werd onthuld, was de Audi TT de blikvanger van de beurs. En waarom? Naast de sportieve uitstraling en puike prestaties die de auto levert, is hij ook nog eens gigantisch praktisch en van zeer hoge kwaliteit. En dat alles op een bestaande basis. De TT is namelijk op het PQ34 (A4) platform gebouwd, hetzelfde platform als bijvoorbeeld de Golf 4 en de Audi A3!
Foto: ©Audi
Vertraagde productie
Zo snel de tekeningen in een concept auto op de IAA werd omgezet, zo lang duurde het totdat de TT ook daadwerkelijk in productie werd genomen. Dat had trouwens niks te maken met het enthousiasme binnen Audi. Integendeel: Audi wilde namelijk echt een succes van dit kekke autootje maken. Het ontwerp bracht echter de nodige uitdagingen. Tot dan toe werden auto’s namelijk nog vaak aan elkaar gelast, maar dat zou volgens de ontwerpers van de auto het design van de auto niet ten goede komen. Om de auto zo strak mogelijk aan de kritische klanten te kunnen voorstellen, koos Audi dan ook voor een nieuwe lasertechniek waarmee de panelen aan elkaar gezet zouden worden.
Inmiddels waren er bijna drie jaren verstreken, toen Audi eindelijk met het verlossende bericht kwam dat de TT toch echt klaar was. Maar was het ontwerp van de auto dan nog wel een beetje hetzelfde gebleven? Die zal toch in die drie jaar wel gewijzigd zijn, zoals dat eigenlijk altijd met een concept auto gebeurd? Daar kunnen we eigenlijk heel kort over zijn: de coupé die in september van 1998 officieel werd onthuld is namelijk zo goed als ongewijzigd gebleven. Enkel de achterruiten zijn anders, maar verder zijn er eigenlijk geen noemenswaardige wijzigingen te melden.
Twijfelachtige introductie
Buiten het vertraagde introductiemoment was tot dan toe eigenlijk alles vlekkeloos verlopen. Eén onderwerp had Audi echter behoorlijk onderschat: de rijeigenschappen van zo’n sportief ogende auto. Natuurlijk had de auto dezelfde basis als een VW Golf, maar de hordes aan autojournalisten hadden grote verwachtingen van de eerste testritjes. Helaas viel de TT daarin behoorlijk tegen en och jongens, wat kreeg de TT het ervan langs in de eerste reviews.
De TT bleek helaas niet alleen wat sportiviteit te missen, maar had ook een hele gevaarlijke eigenschap ontwikkeld. Zolang de auto op ‘normale’ snelheden tot pakweg 100 km/h reed, ging alles eigenlijk wel goed. Zodra de TT echter op z’n staart werd getrapt (wat je toch met zo’n auto gaat doen), ging het faliekant mis. De achterzijde van de auto voelde op hogere snelheden bijzonder los en onstabiel aan en dit zorgde dan ook meermaals voor gevaarlijke situaties en ongelukken. Hier moest dus echt iets aan gedaan worden.
Foto: ©Audi
Terugroepactie
In maart van 2000, ruim anderhalf jaar na de introductie, kwam Audi eindelijk met een oplossing. Om de problemen met overstuur en het onstabiele rijgedrag op hogere snelheden te verhelpen, werd er een belletje gedaan vanuit de Audi-fabriek in Ingolstadt naar het 250 kilometer verderop liggende Gerlingen. In deze plaats zit auto-elektronica gigant Bosch namelijk gevestigd, het bedrijf dat een aantal jaren terug ook de stabiliteitsproblemen van de Mercedes A-Klasse hadden opgelost. De oplossing was dan ook snel gevonden: Bosch’s nieuwste ABS met ESP-functionaliteit (de ATE MK20) loste het probleem namelijk deels op. Daarnaast werden de draagarmen aangepast en kregen klanten de optie om hun auto kosteloos van spoiler te voorzien. Esthetisch paste deze spoiler echter nooit helemaal lekker bij de auto die verder zo minimalistisch mogelijk was vormgegeven.
Ook na de herintroductie van de 1.8 liter Audi TT bleef het enthousiasme bij veel autoliefhebbers een beetje achter. Ja, de auto zag er nog steeds mooi uit, maar de prestaties en rijeigenschappen waar veel liefhebbers naar opzoek waren, waren het toch net niet helemaal. Daarnaast had Audi inmiddels een ander probleem: Porsche had in datzelfde jaar de Boxster onthuld en ook Honda wilde in diezelfde vijver vissen en lanceerde in 1999 de S2000: twee auto’s die de B-wegcoureurs meer konden bekoren dan de TT. Maar floppen, nee, dat deed de auto uiteindelijk toch niet.
Nieuwe doelgroep
Hoewel de TT Coupé dus wat minder in trek was bij de autofreaks, trok de Audi TT toch nog steeds de aandacht van een groot publiek. Dankzij z’n sportieve en hippe uitstraling en het van hoge kwaliteit zijnde interieur, sprak de TT tot de verbeelding van een grote groep mensen die opzoek waren naar een modebewuste auto die bij hun trendy lifestyle paste. En tja, dit is niet direct de doelgroep die de TT meeneemt naar het circuit om daar op het randje tegen de toerenbegrenzer gaat lopen rijden. Zij hadden dus geen problemen met de wat minder goede rijeigenschappen van de TT op hoge snelheden.
Wist je dat één van de opties van de TT een speciale ‘Baseball Leather’ interieur was?
Het feit dat de auto toch niet echt als rijdersauto te boeken stond, zat Audi toch niet heel erg lekker. De NSU TT, die toch wel als voorganger van de Audi TT gezien mag worden was dat immers wel. Ook de in 1999 geïntroduceerde roadster kon hier niet echt verandering in brengen. In 2002 begon hier echter verandering in te komen. Hoewel de Quattro-versie die ook vanaf 1998 beschikbaar was 225pk leverde, besloot Audi een kijkje te nemen bij de motoren afdeling van grote broer Volkswagen. En wat zagen ze daar? Een hele dikke 3,2 liter zescilinder motor die voor de Golf R32 werd ontwikkeld. Met een beetje passen en meten wist Audi de compacte 250pk VR6 in de TT te krijgen, wat de rijeigenschappen zeker deed verbeteren. Daarnaast was de VR6 ook leverbaar in combinatie een gloednieuwe semi-automaat: de DSG6. Jep, hiermee was de TT de allereerste Audi die met deze versnellingsbak leverbaar werd!
Foto: ©Audi
Hoewel de ‘snelle’ TT al een stuk beter door de critici werd beoordeeld, was dit toch nog steeds niet de ultieme iteratie van de TT 8N. Zo’n groot blok en automaatbak waren in verhouding tot de auto best wel zwaar en de koppel bleef lager in de toeren best wel een beetje achter. Daarom werd er toch maar weer teruggegrepen op de oude vertrouwde 1,8 liter turbomotor. Dankzij twee units van intercoolers, een aangepaste turbo en dual-mass vliegwiel kreeg de TT 15pk extra ten opzichte van de ‘standaard’ 1.8 T Quattro. Dat klinkt nog niet direct heel spannend, maar door het verwijderen van onder andere de achterbank verloor de auto 75 kilo aan gewicht. Daarnaast steeg het aantal Newtonmeters van 280 naar 320, wat voor aardig meer trekkracht zorgde. Dit gecombineerd met een aangepast interieur die met zachte materialen, leer en alcantara werd afgewerkt was dit de auto die Audi tien jaar daarvoor had aangekondigd. Een echte coupe, die er niet alleen goed uitziet, maar ook nog eens heel sportief rijdt!
In productie voor 8 jaar
De ‘ultieme TT 8N’ bleef echter niet lang beschikbaar in de showrooms. Om precies te zijn werd na ongeveer 13 maanden de stekker uit de eerste generatie TT getrokken. Audi kwam in april van 2006 namelijk met een nieuwe generatie TT. Ondanks haar roemruchte bestaan, legde de TT Audi geen windeieren. Maar liefst 275.339 keer ging de auto namelijk over de toonbank. De Porsche Boxster die in dezelfde periode ook acht jaar lang in de showroom stond werd ter vergelijking 164.874 keer verkocht. De TT heeft daarmee dus een belangrijke plaats in de historie van de coupé en roadster verdiend volgens ons!
Reviseerbare onderdelen voor de Audi TT
1e generatie Audi TT - 8N (1998-2006)
ABS-unit
ATE MK60 Hydraulic unit (with internal pressure sensor)
ABS units
Registreer of log in om prijzen te zien